Beleid duurzaam toerisme Stichtse Vecht
In opdracht van de gemeente Stichtse Vecht was Ruis & Reuring penvoerder voor het nieuwe Beleidsplan Waardevol Toerisme. Het beleid maakt een toepassing van het RLI-model om te bepalen welke effecten er zijn van toerisme op de leefbaarheid. Hiermee is Stichtse Vecht een van de eerste gemeenten in Nederland die proactief wil sturen op het voorkomen van negatieve effecten op de leefbaarheid.
Met een gebalanceerde aanpak dient de toeristisch-recreatieve ontwikkeling in Stichtse Vecht (dat uit liefst 12 kernen bestaat) dienstbaar te zijn aan de kwaliteiten van erfgoed, cultuur, natuur en meer rekening te houden met effecten op de leefbaarheid. Denk bij het laatstgenoemde aan het treffen van maatregelen die de effecten van overlast en drukte van bezoek verlichten.
Piekbelasting, geen overtoerisme
Uit de analyse van de leefomgeving blijkt dat er in Stichtse Vecht geen sprake is van overtoerisme, omdat er geen structurele hoge druk bestaat van bezoekers op de leefomgeving. Er is wel sprake van piekmomenten door bezoek. Bewoners ervaren vooral overlast op mooiweer-dagen, die zijn geconcentreerd in de periode mei tot en met september met een duidelijke piek in de vakantiemaanden juli en augustus. De inzet van het beleid is om een situatie van overtoerisme te voorkomen en de ervaren druk van de piekbelasting te verlichten. Een opvallend kenmerk is verder dat de druk vooral komt van passerend recreatieverkeer uit de regio en dan met name fietsers en auto’s. Er zijn geen echte publiekstrekkers in de gemeente (behalve de Maarsseveense Plassen), maar de transferstroom zorgt voor overlast bij bewoners.
Om nou te voorkomen dat er ‘Giethoornse toestanden ontstaan’ zijn principes vastgesteld die richting geven aan de toeristische ontwikkeling. Deze principes zijn getoetst en aangescherpt in interactie met bewoners, bedrijven en organisaties:
Hinder verlichten
Aan de hand van het RLI-model is een analyse gemaakt van de soorten effecten van bezoek op de leefomgeving en feitelijk blijkt het te gaan om twee typen: hinder op de omgeving en hinder van verkeer.
De hinder van de passerende recreanten bestaat dan concreet uit:
– Passantenverkeer van auto’s, wielrenners en motorrijders aan de oevers van de Vecht
– ‘Plasoverlast’ van bootvaarders op de oevers van de Vecht
– Geluidsoverlast van passerende bootvaarders op de Vecht
– Ergernissen over de snelheid van varende boten op de Vecht
Deze hinder blijkt ook buiten de genoemde historische woonkernen te worden ervaren. In de uitwerking naar concrete projecten wordt aandacht gegeven om deze ervaren overlast van bewoners te verlichten. Denk hierbij aan het voorzien in extra sanitaire voorzieningen nabij de Vecht, een campagne voor hoffelijk gedrag van recreatievaarders en het opbouwen van een online druktemonitor om inzicht te krijgen in de drukke en minder drukke bezoeklocaties op verschillende tijdstippen en mensen erop te attenderen dat ze ook naar minder drukke plekken kunnen gaan.
Uitgebreide reactieronde
In een uitgebreide reactieronde zijn 113 reacties inhoudelijk beoordeeld en afgewogen van 32 organisaties en insprekers. Een groot deel van de reacties is verwerkt in het uiteindelijke beleidsplan. De 33 raadsleden hebben unaniem met het beleidsplan ingestemd (met enkele aanvullingen over inclusie en historische kernen).
Inmiddels is gestart met uitvoering van de eerste projecten in 2021. Het beleidsplan vind je hier.